Het legpluimveeteam van ABZ Diervoeding is door Martin Elders van KIWA bijgepraat over de regelgeving van de verschillende kwaliteitssystemen en keurmerken in de legsector. Een aantal aandachtspunten voor de KAT controle hebben wij voor u op een rijtje gezet en staan hieronder beschreven.
- Uiteraard dient de opslag van eieren gescheiden te zijn van de dierverblijven. Daarbij mogen er in de eieropslag enkel eieren en verpakkingsmateriaal worden opgeslagen. De eieren dienen minimaal één keer per week te worden afgehaald.
- De stalinrichting dient in een goede bouwkundige en functionerende toestand te zijn. Ook moet het verwondingsgevaar voor de dieren zo min mogelijk zijn. Let erop dat bijvoorbeeld eierbeschermplaten en zitstokken in tact zijn en door slijtage geen verwondingsgevaar vormen.
- De duisterperiode moet minimaal 8 uur aaneengesloten zijn. De lichtperiode mag dus maximaal 16 uur bedragen. Deze 16 uur lichtperiode is inclusief op en af dimmen.
- Bij het uitvallen van de printer dient dit gemeld te worden bij KAT, IKB en de controlerende instantie.
- 3 weken na opzet moeten vrije uitloop hennen beschikking hebben over de overdekte uitloop. De uitloop hoeft pas op dag 1 van de 24e week beschikbaar te zijn.
- Stalnummers mogen enkel cijfers bevatten. Het is dus niet toegestaan om stallen te nummeren met de toevoeging van een letter.
- Alle middelen die gebruikt worden moeten geregistreerd worden, dus ook bijvoorbeeld chloor of zuur.
- Aanvullen van het aantal hennen bij ruien tot 100% mag, maar dan wel aan het eind van de ruiperiode.
- Silo’s moeten elke ronde gereinigd worden, alleen ontsmetten is niet genoeg.
Hopelijk zijn de genoemde punten duidelijk en dragen ze bij aan een goede voorbereiding op de controles.
Zelf mengen en KAT databank
Zelf mengen van losse grondstoffen met een aanvullend kernvoer wordt steeds meer toegepast in de leghennenhouderij. Zelf mengen betekent ook dat er veel zaken zelf geregeld moeten worden. Denk hierbij aan grondstoffen inkopen, kwaliteit waarborgen, maal en mengproces monitoren.
Zelfmengers moeten nu ook zelf gegevens in de KAT databank invoeren. Een zelfmenger moet bij KAT een extra ”zelfmengers” nummer aanvragen. De aangevoerde losse grondstoffen en aanvullend kernvoer dient u als zelfmenger in te voeren onder het ”zelfmengers” nummer. De voerleverancier kan op dit nummer officieel geen leveringen meer invoeren van het aanvullend kernvoer. Daarnaast heeft een zelfmenger een KAT nummer zoals ieder KAT gecertificeerd pluimveebedrijf. Het gemengde voer dient daarna te worden ingevoerd onder dit KAT nummer. In de KAT databank vinden er dus leveringen plaats van het ”zelfmengers” nummer naar het reguliere KAT nummer.
Als zelfmenger neemt u zelf van elke levering monsters voor VLOG van zowel de losse grondstoffen en het aanvullende kernvoer.
Verder dient er jaarlijks een monster van het gemengde voer te worden geanalyseerd. De volgende analyses dienen tenminste te worden uitgevoerd:
Vragen & advies
Heeft u nog aanvullende vragen of advies nodig? U kunt hiervoor altijd terecht bij onze pluimveespecialisten.
Contact opnemen >