Uiergezondheid bij melkgeiten is cruciaal voor economisch rendement en dierenwelzijn, met mastitis als een belangrijkste oorzaak van productieverlies en vervroegde afvoer. Preventie richt zich op hygiëne rond het melken, een goed werkende melkmachine, en het vroegtijdig identificeren van besmette dieren via het celgetal en lab-onderzoek. Factoren zoals onkante uiers, beschadigde spenen en omgevingsfactoren verhogen het risico op infecties.
Celgetal
Het celgetal is een maat voor het aantal somatische cellen (lichaamscellen en witte bloedcellen) per milliliter melk en is een indicator voor de uiergezondheid. Een hoog celgetal is doorgaans het gevolg van een bacteriële infectie in de uier, die witte bloedcellen aantrekt om de infectie te bestrijden. Een laag celgetal duidt op een gezonde uier. Geiten hebben een hoger celgetal in de melk dan bijvoorbeeld koeien.
Melk wordt in een geitenuier geproduceerd in de melkcellen (of melkvormende cellen) binnen de klierkwabjes. Deze cellen, omgeven door bindweefsel, nemen stoffen uit het bloed op en maken daar melk van. De geproduceerde melk wordt vervolgens via melkkanalen getransporteerd naar de melkboezem voor tijdelijke opslag voordat het uit de uier wordt gemolken. Bij de afgifte van de melk gaat er bij een geit altijd een stukje van de melkcel mee. (zie onderste plaatje) Dit gebeurt niet bij een melkkoe. Hierdoor is het celgetal van een geit met een gezond uier 500.000 cellen en bij de koe zit een gezond uier lager dan 50.000 cellen.
Het bovenste rondje geeft de melkcellen van de koe weer, het onderste rondje de melkcellen van een geit. (Bron: Capralon).
Wat is uiergezondheid?
Uiergezondheid gaat over de gezondheid en het welzijn van de uier en omvat de afwezigheid van uierontsteking, oftewel mastitis. Mastitis kan klinisch of subklinisch zijn. Bij klinische mastitis zijn er zichtbare afwijkingen aan de uier of melk. Bij subklinische mastitis wordt dit niet opgemerkt en vind je alleen een verhoogd celgetal.
Waarom is het belangrijk?
• Economische winst: Subklinische mastitis leidt tot aanzienlijk melkproductieverlies.
• Dierenwelzijn: Mastitis is een pijnlijke aandoening die het welzijn van de geit aantast.
• Vermindering van afvoer: Gezonde geiten hebben een lager risico op vroegtijdige afvoer.
Oorzaken van mastitis
Mastitis is een multifactoriële ziekte, vaak veroorzaakt door bacteriën, waaronder:
• Staphylococcus aureus: Kan blauwuier veroorzaken en is vaak een uiergebonden kiem.
• Andere bacteriën: Streptokokken, Enterobacteriën, Corynebacterium en Trueperella pyogenes.
• Mycoplasma en CAE-virus: Kunnen ook een rol spelen.
Risicofactoren
• Hygiëne: Vuil en vocht rond het melken vormen een broedplaats voor bacteriën.
• Melkmachine: Een slecht afgestelde melkmachine en onjuiste melktechniek kunnen leiden tot speenbeschadiging en infectie.
• Uierconformatie: Slechte of asymmetrische uiers bemoeilijken goed leegmelken en verhogen het risico.
• Speenconditie: Beschadigde, rafelige spenen zijn een toegangspoort voor bacteriën.
• Omgevingskiemen: In de zomer, bij hogere temperaturen en vochtigheid, nemen omgevingskiemen toe.
(Bron: Capralon)
Preventieve maatregelen
• Melkhygiëne:
Gebruik handschoenen voor de hygiëne.
• Melktechniek:
Zorg voor een correct afgestelde melkmachine en goede pulsatie om speenbeschadiging te voorkomen.
• Onderzoek:
Voer regelmatig laboratoriumonderzoek van melkmonsters uit om de aanwezige kiemen te identificeren.
• Gerichte opsporing:
Meet de melk van geiten met een hoog celgetal gericht met een draminski-meter. Dit apparaat meet het verschil in weerstand tussen te melk van de twee verschillende kwartieren. Je vindt bij de geit met mastitis tussen de kwartieren een groot verschil in weerstand.
• Jonge geiten eerst:
Begin het melken bij de jonge, gezonde geiten om hun kans op besmetting te minimaliseren.
• vaccinatie:
Ja, vaccinatie kan helpen het celgetal bij melkgeiten te verlagen, met name via vaccins die bescherming bieden tegen bacteriën zoals Staphylococcus Aureus de voornaamste oorzaak van celgetal en uierontsteking bij melkgeiten. Het vaccin werkt door de afweer van de geit te verbeteren, waardoor bacteriën sneller worden herkend en opgeruimd, wat leidt tot minder celgetal en minder uierontsteking.
Productieverlies bij onkante uiers. (Bron: Hipra)


