Frank Vos en zijn ouders Leo en Thea houden in het Brabantse Sint-Oedenrode 6.300 vleesvarkens en hebben hopteelt als neventak. Frank heeft een wetenschappelijke visie en een sterk datagericht voerbeleid. Dat levert mooie resultaten op.
Data
Frank focust zich sterk op data. Hij studeerde Bedrijfskunde aan de HAS in Den Bosch en deed daarna de master Bedrijfswetenschappen aan de WUR. Hij werkte zes jaar als financieel consultant bij Fagro Consultancy en stapte daarna bij zijn ouders in het bedrijf. In verband met de overname schreef Frank een bedrijfsplan met een missie en een visie. “Mijn visie voor de toekomst is zo efficiënt en duurzaam mogelijk varkensvlees produceren met de nieuwste innovaties en technologieën, met oog voor mens en dier. Ik wil zo veel mogelijk optimaliseren. We hebben nu 920 zonnepanelen en sinds mei vorig jaar een batterij. Daarmee zijn we zo goed als zelfvoorzienend. De batterij zullen we in 8 jaar terugverdienen, verwacht ik.”
Huisvesting
Leo Vos startte het bedrijf in 1978. Hij bouwde het woonhuis, twee stallen voor Limousinestieren en één voor vleesvarkens. Later stootten ze de rundveetak af. Ze huurden en kochten elders stallen voor vleesvarkens, die ze weer afstootten toen ze thuis mochten bijbouwen. De nieuwe stallen stammen uit 2007, 2011 en 2015. In alle stallen zit plafondventilatie. Ze hebben één chemische en drie biologische luchtwassers. In totaal houden ze 6.300 vleesvarkens. Eén maal per twee weken leggen ze 750 biggen op en wekelijks leveren ze twee vrachtwagens varkens aan Vion. Voordat de biggen komen, wordt de afdeling voorverwarmd met heaters.
Neventak: hopteelt
Naast de vleesvarkens teelt Frank sinds drie jaar ook hop. “We hebben naast ons huisperceel nog een hectare grond. Daar wilden we een nevenactiviteit ontwikkelen, een unieke teelt die zinvol is voor een hectare en we kwamen bij hop uit. We hebben ons in Duitsland georiënteerd; daar is hop een belangrijke teelt.” Voor kennisdeling heeft Frank contact met een grote hopteler in Groningen. De verwerking doen ze zelf, want in Nederland zijn daar geen centrale mogelijkheden voor. Ze kochten een plukmachine en bouwden een fabriekje met een droger en een pelletpers. Levering gebeurt aan lokale bierbrouwerijen. De acquisitie kost veel tijd, maar daarin werkt Frank samen met een andere hopteler.
Genetica
Voor de vleesvarkens werken ze met genetica van TN70 en Tempo, maar momenteel zijn ze aan het omschakelen naar Duroc. Frank: “Deze omschakeling is ingezet door de fokker, met het oog op het behoud van de staarten vanaf 2030. Duroc is een iets rustiger varken. Bovendien groeien ze net zo efficiënt als Tempo. Ik ben wel blij met deze omschakeling, al moet ik de resultaten nog afwachten, want we zitten in de omschakelingsperiode.”
Frank heeft in één hok een AutoScale weegschaal van Agro-ICT die realtime de varkens weegt. “De 23 varkens in dat hok hebben een chip in het oor en per varken kunnen we het gewicht volgen. Zo kunnen we zien hoe vaak een dier erdoorheen loopt. Sommige doen het wel twintig keer per dag, andere maar eens per twee dagen. Ook meten we het verschil tussen borgen en gelten. We meten nauwkeurig de spreiding en kunnen gericht de zwaarste varkens selecteren voor de slacht. Het verschil tussen de varkens is groter dan je denkt. Een gemiddelde groei van 1.000 gram kan gerust een spreiding van 800 tot 1.300 gram geven. Het mooie van zo’n weegschaal is bovendien dat je op elk moment in de ronde kunt zien of het goed gaat of minder goed. Zo kan ik gerichter en vooral veel sneller bijsturen met het juiste voer en werk ik voortdurend aan een hoger rendement.”
Voeding
Frank voert sinds anderhalf jaar nagenoeg onbeperkt en laat startvoer, groeivoer en eindvoer zo vloeiend mogelijk in elkaar overlopen. Omdat hij met een CDI voert, kan hij dat heel exact per hok regelen, op basis van het geschatte gewicht. “Zo laat ik het voer 100% aansluiten op de behoefte van het varken. De resultaten zijn sindsdien sterk verbeterd. Omdat de varkens harder groeien worden ze eerder geleverd en verbruiken ze minder onderhoudsvoer. Vervolgens groeit het ondereind beter door. Vooral daarin zit flinke winst.” Het voer komt sinds anderhalf jaar van ABZ Diervoeding. “We werken het liefst met een vaste voerleverancier, maar we deden eens in de zoveel tijd een voerproef om de kwaliteit van het voer in combinatie met de prijs te vergelijken”, verklaart Frank. “ABZ gaf betere resultaten, zowel in harde cijfers als in het beeld in de stal. De overstap bevalt heel goed. De samenwerking is fijn en de lijnen kort.”
Krusli
Sinds mei vorig jaar start Frank de biggen op met Krusli, voor een hogere jeugdgroei. “Krusli is veel fijner dan korrel en heeft iets meer volume, maar ze eten er meer van en benutten het beter. Ook de uniformiteit is beter en de groei gelijkmatiger. In de overschakeling hadden we weinig problemen.” Bijgaand grafiekje laat het verschil in groei zien tussen een koppel gevoerd met ABZ Korrel en een koppel gevoerd met ABZ Krusli in de startfase. Na 35 dagen is het verschil maar liefst 2,2 kg in levensgewicht. Momenteel test Frank of Krusli ook in de groeifase voordeel geeft. Voor een scherpere voederconversie voegt hij ABZ@Green toe aan het voer.
Innovatie
De ruime praktijkervaring van Leo en de wetenschappelijke, data gedreven aansturing door Frank vormen een mooie combinatie.
Frank: “Ik denk dat dat ons bedrijf uniek maakt. We hebben een goedlopend bedrijf met goede technische resultaten en daar ben ik best trots op. Een mooi bedrijf om voort te zetten en dat wil ik zo efficiënt mogelijk doen. Door verder te ontwikkelen in innovatie, datamonitoring en eventueel cameraherkenning om bijvoorbeeld ook het gedrag in het hok te kunnen volgen.”